Wat speur jij?
Een interessante veldwerkactiviteit is het zoeken naar diersporen. Wist je dat vele type sporen zijn om diersoorten te identificeren? Je kan speuren door middel van loop- en eetsporen, uitwerpselen, braakballen en nog zo veel meer! We hebben een aantal type kenmerken op een rijtje gezet voor in het veld.
Loopsporen
Het zoeken van voetafdrukken is een manier om een dier te identificeren. Een ideaal gebied om te starten met een dier-speur excursie is een onbegroeide plaats waar veel regen is gevallen. Bijvoorbeeld een kleiige grond of vochtig zand langs de kust. Wanneer je een spoor hebt gevonden maak je een foto met en zonder maatlat. Je kan vervolgens de voetafdruk identificeren door middel van onze zoekkaart en een veldgids voor dierensporen.
Eetsporen
Heb je een spoor gevonden van een dier? Dan vind je vroeg of laat een plek waar het dier heeft gefoerageerd. Je kan de sporen vinden op bomen en struiken, zaden en vruchten, prooiresten van predatoren, slakkenhuizen, eierenschalen, etc. Neem bijvoorbeeld de bosmuis (links) en rosse woelmuis (rechts). Beide muizen hebben een techniek ontwikkeld om een hazelnoot open te peuzelen.
Uitwerpselen
Een ander, iets minder fris kenmerk zijn uitwerpselen. Geloof het of niet, je kan door middel van ontlasting heel veel over een dier vertellen! Je kan ruiken of het dier geslachtsrijp is, voornamelijk in het bronst seizoen. Je kan iets vertellen over het dieet, leeftijd en gedrag van de soort. De vos markeert zijn territorium door middel van uitwerpselen en urine, normaliter op een hoge plek zoals op een boomstronk.
Braakballen
Iets wat wij als activiteit doen bij onze veldwerkcentra is braakballen uitpluizen. Je denkt waarschijnlijk aan een uil, maar er zijn vele vogelsoorten die ballen uitbraken zoals de zilvermeeuw, scholekster en ooievaar. Vogels spugen ballen om onverteerbaar voedsel kwijt te raken. De braakballen bevatten insecten, botjes, haren, plantenresten, etc. die lastig zijn om te verteren. Zoals de braakbal een meeuwensoort (zie onderstaande foto)
Andere diersporen
Naast de bovengenoemde sporen zijn er nog veel meer kenmerken om diersoort te onderzoeken! Denk aan nesten, holen, haren en veren. Een interessant spoor is dat van het wilde zwijn. We benoemde al de voetafdruk, maar je kan het wilde zwijn ook herkennen door middel van zijn wasplaats. Het zwijn verzorgt zijn vacht door te baden in een modderpoel, daarnaast schuurt hij met zijn lichaam langs de boom om zijn huid van parasieten te ontdoen. Je kan deze sporen duidelijk zien wanneer je de badplaats van het zwijn tegenkomt!
Nieuwsgierig naar het uitvoeren van een speuronderzoek met jouw klas? In de uitzending van het Geldersch Landschap neemt Anja, de boswachter, je mee tijdens zijn zoektocht naar diersporen. Veel plezier in het veld!