Hoe vang je waterdieren?
Eigenschappen van het water in een sloot kun je het best bepalen aan de hand van de soorten diertjes die er in voorkomen. Zij leven er en elke soort heeft speciale eigenschappen om te overleven. Bijvoorbeeld: hoe komen de diertjes aan hun zuurstof, toch de eerste levensbehoefte. Halen ze lucht aan het oppervlak en gaan ze met een bel weer naar beneden, of snorkelen ze? Misschien blijven ze continu beneden en hebben ze bloed- of trachee kieuwen. Het vangen en bepalen van de soorten diertjes is dus een goede manier om meer over het water te weten te komen.
Als je waterdieren wil gaan vangen heb je een kleine voorbereiding nodig. Zoek allereerst een geschikte plek is waar je met een groep de leerlingen kunt vissen. Is er genoeg ruimte om veilig te staan bv. een brede berm of park. Is de waterkant niet te steil of onstabiel?
Is de sloot diep genoeg, minimaal 25 cm., staan er planten in de oever?
Begin met het verzamelen van de spullen die je nodig hebt.
Wat heb je nodig
- Schepnet
- Een sloot of grote vijver
- Emmer
- Platte bak of een doorzichtige pot
- Lepel
- Pipet
- Zoekkaart of een opzoekboek
- Vergrootglas of binoculair
- Petrischaal
- Zuurstofmeter
Tips
- als de sloot op eigen terrein ligt of aan de openbare weg heb je geen toestemming nodig van de eigenaar.
- Voldoende begeleiding kan natte pakken voorkomen.
- Geschikte ( oude ) kleding
- Goede laarzen met profiel
Naar het water
Als je op pad gaat met leerlingen draagt elk groepje zijn eigen materiaal richting de sloot.
Bij het water
- Voor je begint met scheppen eerst een laag water in de emmer scheppen.
- Benader je de sloot met je voeten dwars.
- Steek nu de zeef in het water en draai rustig 8-tjes in het water.
- Na 10 8-tjes houd je het net (de zeef) boven de emmer en tik je met de hand achterop de zeef.
- De vangst komt in de emmer terecht, spoel de meegekomen plantjes uit en gooi die terug in het water.
- Wil je de vangst bekijken moet je even wachten tot het water rustig is en de beestjes gaan zwemmen.
Terug op school
Nu kan het echte kijken beginnen. Doe wat slootwater uit de emmer in een platte bak of schone jampot. Als het water rustig even staat kun je vaak al van alles zien bewegen. Met een pipet of lepel kun je beestje vangen en in een petrischaaltje doen zodat je het dier onder de binoculair kunt bekijken.
Met behulp van zoekkaarten kun je de dieren op naam brengen. Het soort dieren en het aantal waar ze in voorkomen verteld je veel over de kwaliteit van het slootwater. Ook is het leuk om te kijken hoe de dieren ademhalen.
Voor verdieping van de stof kan er een onderzoek aan worden gekoppeld, waarbij meerdere sloten met elkaar worden vergeleken. Bv. wat is het verschil in voorkomen van soorten diertjes in een sloot in het licht of verderop in de schaduw? Of wat is het verschil als er al of niet planten in de oever staan. Je leert dan het verband zien tussen de eigenschappen van de diertjes en de omstandigheden in en om de sloot. Wanneer je wat verder wilt ingaan op deze verbanden kom dat voor een meerdaags kamp op een veldstudiecentrum van de Stichting Veldstudie. Daar zijn ook alle benodigde materialen aanwezig.
Valkuilen
- als de sloot niet diep genoeg is of er wordt te diep geschept komt er bodemmateriaal in het water en dan zie je erg weinig. Oplossing: emmer legen en op een andere plek helder water scheppen en opnieuw beginnen.
- In de winterperiode zijn er minder waterdieren te vinden.
- Op school zijn niet alle materialen. Oplossing: zonder platte bak, pipet, binoculair en zuurstofmeter kun je misschien minder diepgaand onderzoeken maar wel een hele leuke leerzame buiten biologie les geven.
Hulp nodig op school?
Wij komen graag helpen door met onze materialen en kennis een halve of hele dag naar school te komen en de les samen met u te geven. Wij verzorgen ook dag projecten op onze eigen locaties. Tevens kun u bij ons zoekkaarten bestellen.