Das met een verhaal – In de Oeverlanden

In de zomer van 2022 werd er in de Oeverlanden een unieke vondst waargenomen. Aan de rand van de oprijlaan lag een Europese das (Meles Meles). De das was inmiddels al dood en hoogstwaarschijnlijk aangereden door een auto. Dassen zijn nog niet eerder waargenomen in de Oeverlanden, en dat maakt de vondst van de das erg bijzonder.

Vrouwtjes das

Na observatie blijkt het om een vrouwtje te gaan die zich volledig had volgegeten met bramen. De vrouwtjes das was vrij jong: 2 a 3 jaar oud. Volgens bronnen worden dassen in het wild rond de 15 a 16 jaar, maar de gemiddelde leeftijd ligt rond de 5 jaar doordat de soort regelmatig wordt aangereden.

Bron: De Oeverlanden Blijven!

Hoe leeft de das?

De das is familie van de marterachtigen en behoort tot een van de grootste landroofdieren van Nederland. Het is een nachtdier die met zonsondergang zijn burcht (gangstelstel met verschillende tunnels) verlaat en op zoek gaat naar voedsel. Ze eten vrijwel alles, maar zoeken voornamelijk tussen het gras naar wormen, bosvruchten, knollen, paddenstoelen en nog veel meer. De ogen van de das zijn aangepast aan het donker, want in het daglicht zien ze minimaal. De oogjes zijn klein, en hij gebruikt voornamelijk zijn neus en oren voor het zoeken van voedsel en het bewaken van zijn territorium.

De grootste populatie dassen leeft in de Veluwe, Noord-Brabant en Zuid-Limburg. Er leven rond de 12.000 dassen in Nederland. Met behulp van waarnemingen.nl zijn er in 2022 40 dassen waargenomen in Noord-Holland.

In het veldstudiecentrum

De vereniging “De Oeverlanden blijven”, waar Natuurkampen mee samenwerkt, was geïnteresseerd om de das op te laten zetten. De vrouwtjes das wordt gebruikt voor natuur en milieueducatie bij het veldstudiecentrum de Oeverlanden. De das staat inmiddels geprepareerd in het veldstudiecentrum en is het pronkstuk van de collectie.

Bron: De Oeverlanden Blijven!

(Bodem)dierendag

Dieren zijn belangrijk! Ze maken deel uit van een levensgemeenschap. Een weiland is een voorbeeld van een leefgemeenschap. De vlierbes, sprinkhaan en kikker zijn (in)direct afhankelijk van elkaar binnen het gebied. Een verzameling van verschillende levensgemeenschappen wordt een ecosysteem genoemd. Zoals een bos en heidegebied.

Dieren zijn een belangrijk onderdeel binnen onze veldwerkprogramma’s. We bestuderen, determineren en leggen relaties tussen fauna (biotisch) en abiotische factoren in een gebied. Ook de allerkleinsten worden bestudeerd bij Natuurkampen: bodemdieren.

Bodemdieren vind je net boven de grond en in de bentische zone (de laag onder de bodem waar organismen nog voorkomen). Ze zijn van belang voor het gezond houden van de bodem. Bodemdieren mengen de aarde door zich voort te bewegen in de bodem en voedden zich met dode planten- en dierenresten.

Zoekkaart Bodemdieren | webwinkel ARK

Bron: ARK

Tijdens veldwerkdagen komt bodemdierenonderzoek aan bod. We behandelen de verschillende technieken om bodemdieren te zoeken, vangen en determineren. Vervolgens doen de leerlingen een eigen onderzoekje. Een onderzoekje wat eerder dit jaar plaats vond was: de biodiversiteit in bodemdieren en de vochtigheid van de grond. Erg interessant!

Op dit moment vinden de bodemdierdagen plaats om jong en oud te introduceren met het bodemleven! In heel Nederland vinden er activiteiten en workshops plaats en online kan je lesmateriaal downloaden.  Daarnaast kan je meedoen met de bodemdierentelling, waarbij je de waargenomen dieren noteert. Dit geeft een beter beeld over de aanwezige bodemdieren in NL. Alle informatie vind je via de website van de bodemdierendagen.

NATUURlijk, film festival voor BO & VO

Vanaf 4 t/m 10 oktober vindt het jaarlijkse Wildlife Film Festival Rotterdam (WFFR) plaats in de Cinerama, Rotterdam. Het festival richt zich in het bijzonder op natuur- en milieueducatie voor scholieren.

Als school kan je gratis deelnemen aan het educatieve programma van de WFFR, zowel voor BO als VO. Is Rotterdam iets te ver weg? Je kan als docent online “meekijken” met de met je klas. Bij aanmelding zijn de films gratis zien, en kan je lesmateriaal downloaden op het platform.

Een aantal natuurfilms die dit jaar op de WFFR worden gespeeld zijn Bee Wild, Nederland onderwater en The Wild Garderdener. Het festival wordt mogelijk gemaakt door o.a. National Geographic, WWF en Natuurmonumenten.

Meer informatie over het Wildlife Film Festival vind je hier

Hittegolf: 4 tips om de natuur een handje te helpen!

Het is WARM, zo warm dat de natuur om ons heen het moeilijk heeft. We hebben 4 tips opgezet om de planten en dieren een handje te helpen tijdens deze hittegolf! Gewoon vanuit je eigen tuin..

1. Geef de dieren wat water

Geef de wilde dieren water. Hoe doe je dit het beste? Zet wat schaaltjes met water neer (niet te diep, anders kunnen ze verdrinken) in de schaduw. Hier maak je vogels, en kleinere zoogdieren zoals de egel erg blij mee!

2. Maak een schuilplaats

Dieren zijn op zoek naar een schuilplaats waar ze de zon kunnen vermijden. Kort gras biedt namelijk geen schaduw; het droogt snel uit. Je kan een plekje creëren door houtsnippers, compost of tuinafval neer te leggen.

3. Plant planten!

Planten bieden de optimale schaduw in de tuin, en een groene tuin ziet er prachtig uit! Hoe ouder ze worden, hoe meer schaduw ze geven en CO2 opnemen. Dus win-win!

4. Laat die regen maar komen!

Plaats een regenton in de tuin. Je vangt het regenwater op wat je voor vele doeleinden kan gebruiken zoals het water geven van de planten. Zo bespaar je veel kraanwater.

Een leuk project voor de toekomst:

Wie weet kan je jouw tuin wel wat natuurlijker en diervriendelijker maken.

  • Plaats een moestuintje met groente en fruit die je lekker vindt;
  • Plant verschillende soorten bloemen om bijen en vlinders aantrekken;
  • Heel simpel, haal wat tegels weg en maak een plekje voor planten;
  • Wissel je schutting om voor een haag.
  • Gebruik geen chemische bestrijdingsmiddelen. Je kan prima zonder en het is schadelijk voor de natuur!

Wat speur jij?

Een interessante veldwerkactiviteit is het zoeken naar diersporen. Wist je dat vele type sporen zijn om diersoorten te identificeren? Je kan speuren door middel van loop- en eetsporen, uitwerpselen, braakballen en nog zo veel meer! We hebben een aantal type kenmerken op een rijtje gezet voor in het veld.

Loopsporen

Het zoeken van voetafdrukken is een manier om een dier te identificeren. Een ideaal gebied om te starten met een dier-speur excursie is een onbegroeide plaats waar veel regen is gevallen. Bijvoorbeeld een kleiige grond of vochtig zand langs de kust. Wanneer je een spoor hebt gevonden maak je een foto met en zonder maatlat. Je kan vervolgens de voetafdruk identificeren door middel van onze zoekkaart en een veldgids voor dierensporen.

Eetsporen

Heb je een spoor gevonden van een dier? Dan vind je vroeg of laat een plek waar het dier heeft gefoerageerd. Je kan de sporen vinden op bomen en struiken, zaden en vruchten, prooiresten van predatoren, slakkenhuizen, eierenschalen, etc. Neem bijvoorbeeld de bosmuis (links) en rosse woelmuis (rechts). Beide muizen hebben een techniek ontwikkeld om een hazelnoot open te peuzelen.

Uitwerpselen

Een ander, iets minder fris kenmerk zijn uitwerpselen. Geloof het of niet, je kan door middel van ontlasting heel veel over een dier vertellen! Je kan ruiken of het dier geslachtsrijp is, voornamelijk in het bronst seizoen. Je kan iets vertellen over het dieet, leeftijd en gedrag van de soort. De vos markeert zijn territorium door middel van uitwerpselen en urine, normaliter op een hoge plek zoals op een boomstronk.

Braakballen

Iets wat wij als activiteit doen bij onze veldwerkcentra is braakballen uitpluizen. Je denkt waarschijnlijk aan een uil, maar er zijn vele vogelsoorten die ballen uitbraken zoals de zilvermeeuw, scholekster en ooievaar. Vogels spugen ballen om onverteerbaar voedsel kwijt te raken. De braakballen bevatten insecten, botjes, haren, plantenresten, etc. die lastig zijn om te verteren. Zoals de braakbal een meeuwensoort (zie onderstaande foto)

Andere diersporen

Naast de bovengenoemde sporen zijn er nog veel meer kenmerken om diersoort te onderzoeken! Denk aan nesten, holen, haren en veren. Een interessant spoor is dat van het wilde zwijn. We benoemde al de voetafdruk, maar je kan het wilde zwijn ook herkennen door middel van zijn wasplaats. Het zwijn verzorgt zijn vacht door te baden in een modderpoel, daarnaast schuurt hij met zijn lichaam langs de boom om zijn huid van parasieten te ontdoen. Je kan deze sporen duidelijk zien wanneer je de badplaats van het zwijn tegenkomt!

Nieuwsgierig naar het uitvoeren van een speuronderzoek met jouw klas? In de uitzending van het Geldersch Landschap neemt Anja, de boswachter, je mee tijdens zijn zoektocht naar diersporen. Veel plezier in het veld!

Vogels kijken, tellen en insturen

Eind januari doen we vanuit Natuurkampen weer mee aan de Nationale Vogeltelling, georganiseerd door de Vogelbescherming. De vogeltelling is belangrijk om de vogelsoorten in kaart brengen en hierdoor beter te beschermen. Doe je ook mee?

De Vogelbescherming heeft een handige tool ontwikkeld om samen met de leerlingen in de klas te determineren. Met dit telformulier turf je de voorkomende soorten en vind je afbeeldingen van de soorten voor herkenning. Download de tuinvogeltelling hier.

Podcast Luisteren (PodNL): De Vogelspotcast TIP: Wil je wat meer ervaring op doen voor het determineren van vogelsoorten? Luister dan eens naar de vogelspotcast (gratis te beluisteren via Spotify), waarbij vogelaar Arjan zijn jeugdvriend Gisbert, een beginner zonder enkele ervaring in vogels kijken, meeneemt op vogelexcursie. Een aanrader! 

Een Wollige Rode Lijst Soort in de Schelphoek

Het is een muis van 16 cm, heeft een stompe kop en een bruine vacht. Het is de oudste woelmuissoort van Nederland. Hij bewoonde de onze aarde al tijdens de laatste ijstijd: het is de Noordse woelmuis (Alexandromys oeconomus arenicola). Door de afgesloten Deltawerken en verschuivingen van de polders en schorren is het diertje in Schouwen grotendeels verdwenen. De afname van zijn habitat en de verandering in de waterhuishouding vormen het grootste gevaar voor deze Rode lijst soort.

Rond onze accommodatie in de Schelphoek is er een nieuwe weg aangelegd richting de Brouwersdam en zijn er 2 nieuwe rotondes bijgebouwd. In dit nieuwe bestemmingsplan zijn ze iets belangrijks vergeten, de aanleg van een nieuw natuurgebied ter compensatie voor de Noordse woelmuis. In de Schelphoek leven namelijk een tiental Noordse woelmuizen, en ze zijn zwaar beschermd. Van Burg, wethouder van Schouwen, verwacht dat het compensatie gebied eind volgend jaar klaar is.

Wie weet kom je dit prachtige diertje wel tegen in natuurgebied de Schelphoek. Dat is toch wel bijzonder.

Rustend Roesje

Wist je dat sommige nachtvlinders overwinteren? Team Hei- en Boeicop kwam het roesje (Scoliopteryx libatrix) tegen tijdens zijn winterslaap in de schuur. De soort zoekt begin november een droge plek op waar hij tot april-mei verblijft. Bijzonder aan deze soort is dat hij overwinterd met de vleermuis, die ook in kelders en zolders overwinteren. Het roesje staat op het menu van de vleermuis, toch overwinteren ze samen in harmonie.

De naam van het roesje heeft te maken met de achterzijde van de vleugels. Deze hebben wat weg van gordijnen ruches, vandaar de naam. Het roesje heeft zich geheel aangepast aan het seizoen, hij voedt zich met het voedsel wat op dat moment beschikbaar is. In de lente drinkt hij nectar van de wilgenkatjes, de zomer overrijpe bramen sap en in de herfst voedt hij zich met nectar van de klimop.

Andere soorten die overwinteren zijn de dagpauwoog (zie bovenstaande foto), gehakkelde aurelia en de kleine vos.

Egels in de Tuin

Deze week werden we verrast door een snuivend geluid bij ons Veldstudiecentrum de Schelphoek. Tijdens een rondje rond het gebouw kwamen we een egel (Erinaceus europaeus) tegen. De egel was hoogstwaarschijnlijk op zoek naar een plekje voor zijn winterslaap.

Je verwacht wellicht dat de egel heel de winter doorslaapt, maar dit is niet het geval. Af en toe wordt hij wakker en gaat op onderzoek uit, bijvoorbeeld als zijn slaapplaats te koud is of wanneer erg nog genoeg insecten te vinden zijn (bij een warme winter). De egel is een beschermde diersoort. Echter is het soms lastig voor het diertje om een juiste slaapplek te vinden; denk aan slakkengif, tegels of hekken in de tuin en warme winters.

Er zijn een aantal simpele manieren om de egel een handje te helpen:

  • Gebruik zo min mogelijk gifstoffen voor de bestrijding van ongedierte. Je kan de egel mogelijk vergiftigen door de sproeimiddelen;
  • Heb je een vijver? Maak een plankje met gaas zodat egel weer uit het water kan wanneer hij erin is gevallen (een egel kan goed zwemmen);
  • Het dier heeft ruimte nodig, 1 achtertuin is niet genoeg. Zorg ervoor dat hij door kan lopen naar de buren (bijvoorbeeld een open stuk in de heg of het hek);
  • Laat het nest van de egel in de winter met rust. Wanneer hij eerder opstaat in de winter kan hij mogelijk verhongeren door het schaars aanwezige voedsel;
  • TIP: Zet een egelhuis in de tuin (mandje of oud kistje) of maak een huisje. Zoals dit voorbeeld van Natuurmonumenten, leuk om te klussen en goed voor de natuur!

Dolfijn gespot in de Oosterschelde

Deze maand werd er een bijzonder dier gespot in de Oosterschelde, een dolfijn! De bruinvis kan je regelmatig zien langs zwemmen in de Oosterschelde, maar dolfijnen zie je zelden. Volgens SOS-dolfijn gaat het om een tuimelaar. Bekijk hier het filmpje van Omroep Zeeland

De tuimelaar (Tursiops truncatus) staat bekend om zijn intelligentie. Het zijn sociale dieren die vaak jagen in groepsverband. Door middel van echolocatie vinden de dieren hun weg in het water en communiceren ze met elkaar. Waarschijnlijk is deze dolfijn zijn groep kwijtgeraakt en kwam in de Oosterschelde terecht. Hopelijk is het dier weer via de kering teruggekeerd naar de Noordzee, in de Oosterschelde is helaas schaars voedsel te vinden voor dolfijnen.

Zeezoogdieren die we regelmatig spotten tijdens het korren of de dijkzonering in Zeeland zijn de grijze zeehond en de bruinvis (kleinste walvis van de Noordzee).